Het kind kreeg een naam

crohn-diagnose-liliane

In 1995 werd bij mijn dochter Ann de ziekte van Crohn vastgesteld. Ze was pas drie maanden beginnen werken. Omdat het haar eerste job was, dacht ze in eerste instantie dat haar symptomen met stress te maken hadden. Bij de huisdokter ging het gesprek ook al gauw die richting uit.

Ann had vooral last van buikpijn aan de rechterkant en de huisarts kon daar niet meteen een ziektebeeld op plakken. Ze heeft veel bij de dokter gezeten, allerlei medicatie gekregen, onderzoeken laten doen, foto’s van heel haar lichaam laten nemen. Al die onderzoeken leverden niet meteen een concreet resultaat op. Heel frustrerend was dat en op de duur begon ze te denken dat ze zot werd. Ze voelde de pijn continu en was verschrikkelijk vermoeid, de hele dag door. Als ze thuiskwam van haar werk wilde ze het liefst onmiddellijk naar bed.

Ann werkte in een supermarkt, wat best wel zwaar was. Ze deed dat enorm graag. Maar als ze moest bukken om iets op te rapen dan duwde ze op haar buik om toch zoveel mogelijk de pijn proberen te onderdrukken. Ze verbeet de pijn om te kunnen blijven werken, vaak tot ergernis van mij en van de huisdokter. Maar ja, haar proefperiode was nog maar net achter de rug en haar baas was ook niet van de gemakkelijkste.

Mimi Smith

Uiteindelijk liet Ann een colonoscopie doen en viel het verdict: ‘Mevrouw, u hebt de ziekte van Crohn’. Eerst voelde ze opluchting omdat het kind eindelijk een naam kreeg.

Ann herkende de naam van een televisieprogramma met Mimi Smith waar patiënten met Crohn over hun ervaringen vertelden. Ik weet nog dat ze dat zo erg vond voor die mensen. Nadat ze zelf de diagnose kreeg dacht ze veel aan die uitzending terug.

Gelukkig had ze de ziekte nog maar in een milde vorm. Maar het aanvaarden verliep moeilijk. Ze was nog nooit ernstig ziek geweest, wel eens een verkoudheid of een bronchitis, maar dit was toch heel iets anders. De ziekte van Crohn is niet van voorbijgaande aard, die blijft bij je voor het leven. De artsen stelden haar wel meteen na de diagnose gerust door te zeggen dat ze er niet van dood zou gaan. ‘Allez, dat is toch al iets’, zei ze nog.