De patiëntenrechtenwet kreeg een update. Wat is er veranderd?

patiëntenrechten

De wet op de patiëntenrechten van 2002 was baanbrekend. Voor het eerst stond de patiënt centraal in de relatie met zorgverleners. Onlangs kreeg de wet een update, en daarmee verricht België opnieuw pionierswerk, zegt gezondheidsjurist Tom Goffin.

Professor Tom Goffin (Universiteit Gent) was nauw betrokken bij de vernieuwde wet op patiëntenrechten. Allereerst beklemtoont hij dat de patiëntenrechten uit de wet van 2002 behouden blijven. We geven ze nog even mee:

1) het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening
2) het recht op vrije keuze van je zorgverlener
3) het recht op informatie over je gezondheidstoestand
4) het recht op geïnformeerde toestemming
5) de rechten ivm je patiëntendossier
6) het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
7) het recht op pijnbehandeling
8) het recht om klacht neer te leggen

Samen tot de beste zorg komen

“De nieuwe wet benadrukt vooral een andere benadering van patiëntenrechten”, verduidelijkt Tom Goffin. “We zien patiëntenrechten als een middel om de patiënt en zorgverlener anders te laten samenwerken, vanuit een piloot-copilootverhaal. Samen tot de beste zorg komen, dat is de essentie.”

Tweede belangrijke reden om de patiëntenrechten aan te passen is de evolutie van de gezondheidszorg. “Op 20 jaar tijd is er heel veel veranderd, denk alleen al aan de digitalisering. We moesten soms nogal creatief met de patiëntenrechten omgaan. Een modernisering was dus nodig.”

  1. Voorafgaande wilsverklaringen

In de nieuwe wet gaat meer aandacht naar de voorafgaande wilsverklaringen. Hij legt uit waarom: “Patiëntgerichte zorg vandaag gaat verder dan kwaliteitsvolle zorg. We streven naar doelgerichte zorg, die veel meer rekening houdt met de voorkeuren, waarden en levensdoelen van de patiënt.

In de vroegere wet ging er maar één zinnetje over je recht als patiënt om bepaalde tussenkomsten te weigeren, ook als je niet meer wilsbekwaam bent. Maar die negatieve wilsverklaring gaat enkel over wat je weigert, niet om wat je wil. Dat kan nu wel.”

  1. De rol van de vertegenwoordiger en de vertrouwenspersoon

Als je als patiënt vooraf mee beslist over je toekomstige zorg, dan verkleint de verantwoordelijkheid van je vertegenwoordiger. “De arts en de vertegenwoordiger hebben met de wilsverklaring iets in handen dat rekening houdt met de wil van de patiënt. Dat geeft meer houvast en zorgt ervoor dat de vertegenwoordiger niet meer moet beslissen ‘in het belang van de patiënt’.”

De nieuwe wet versterkt de positie van de vertrouwenspersoon. “Nu mag de vertrouwenspersoon van de patiënt – meestal de partner of de ouders – bij alles worden betrokken, als de patiënt dat wil. De tijd dat de arts vroeg om even op de gang te wachten, is voorbij. Hoe meer mensen meeluisteren bij het overleg tussen patiënt en arts, hoe meer informatie onthouden wordt.”

  1. Recht op zorgplanning

“Daarnaast hebben patiënten nu ook een recht op vroegtijdige zorgplanning. Stel dat je een chronische ziekte hebt, dan kan je aan je arts meegeven dat je openstaat voor nieuwe behandelingen in de toekomst, ook als je op dat moment niet meer wilsbekwaam bent.

Ook de zorgverlener kan het gesprek hierover aangaan met de patiënt. Bijvoorbeeld als de gezondheidstoestand van de patiënt verslechtert.”

Met vroegtijdige zorgplanning bespreek je met je arts hoe je behandelingstraject kan evolueren en welke levensdoelen je als patiënt hebt. “Dat zijn zware gesprekken, maar zeker bij chronische zorg moet je dat gesprek niet uitstellen. Want als je lang wacht, dan is het soms te laat om als patiënt nog keuzes te kunnen maken.”

  1. Actief informeren

Tom Goffin linkt het recht op vrije keuze van je zorgverlener aan het recht op informatie. “Je kan als patiënt pas een weloverwogen keuze maken als je goed bent geïnformeerd. Daarom moeten zorgverleners hun patiënten actief informeren over verschillende zaken. Stel dat de zorgverlener bepaalde medische handelingen niet meer mag stellen, dan moet die daar de patiënt actief over informeren. De patiënt moet nu ook geïnformeerd worden over de verzekeringsdekking van de zorgverlener. De zorgverlener moet voor een ingreep ook helder het te verwachten kostenplaatje meegeven, zodat de patiënt niet voor verrassingen komt te staan.”

  1. Vragen naar de beroepsbekwaamheid en de ervaring van de zorgverlener

Ook nieuw is dat je als patiënt nu het recht hebt om te vragen naar de beroepsbekwaamheid en de ervaring van de zorgverlener. Nog een element dat kan helpen bij de keuze van je zorgverlener. Tom Goffin: “We zien patiënten vandaag ook een beetje als een klant, die wil weten of die met de juiste arts in zee gaat. Je kan het vergelijken met een aannemer kiezen voor je verbouwing: dat doe je beter ook niet zonder je eerst goed te informeren.”

  1. Communicatie op maat van de patiënt

In de vroegere wet stond dat zorgverleners patiënten moeten informeren in een duidelijke taal. “De nieuwe wet vult dit nog breder in. Communicatie moet nu gebeuren op maat van de patiënt. De patiënt moet niet alleen de technische uitleg kunnen begrijpen, maar ook worden aangesproken op een manier die past bij de persoonlijkheid en de waarden van de patiënt.”

En wat met de rechten van de zorgverlener?

In een tijd waarin zorgverleners vaker en vaker met agressie te maken krijgen, probeert ook de nieuwe wet een steentje te verleggen. Tom Goffin: “We hebben expliciet in de wet vermeld dat patiënten en zorgverleners elkaar respectvol moeten behandelen. Dat betekent ook dat je als patiënt zelf verantwoordelijkheden hebt. Denk aan therapietrouw of bepaalde veranderingen in voeding of levensstijl. Doe je niet wat je belooft, dan is het moeilijker om tot kwaliteitsvolle zorg te komen. Met wederzijds respect kom je heel ver.”

Meer weten over jouw rechten als patiënt en wat de nieuwe wet verandert? Op de website van het Vlaams Patiëntenplatform / website van de FOD Gezondheid ontdek je alle details.