Voor mensen met colitis is een goed netwerk onmisbaar

siegried_driesluyten27

Ik kom uit een heel hecht gezin, en de verschillende ziekenhuisopnames brachten ons nog dichter bij elkaar. Wie colitis heeft, heeft een sterk netwerk nodig. Zonder opvangnet wordt het enorm moeilijk.  

Ik heb heel veel steun gehad aan mijn familie tijdens mijn herstelperiode. Zij trokken me uit de put. Zelfs m’n grootouders droegen heel veel zorg voor mij. In het begin kon ik amper eten en drinken. Mijn oma maakte dan bijvoorbeeld een beetje rijst met een stukje witte vis voor me klaar. Mede dankzij haar ben ik er stilletjesaan bovenop geraakt. In zware periodes droegen ze me van de zetel naar het toilet en terug. Ik ben ze allen heel dankbaar voor hun goede zorgen. 

Korte uitjes dankzij mijn parkeerkaart

Mijn zus nam me op mijn goede momenten mee de stad in. Met mijn parkeerkaart voor personen met een beperking konden we de auto vlakbij de winkels parkeren. Soms deden we maar één winkel en keerden we al terug. Maar daar ging het niet om, ik was er eens uit en dat deed deugd. Eerst wilde ik zo’n parkeerkaart niet aanvragen. De professor van het ziekenhuis had me dit aangeraden na mijn operatie. Maar ik heb er dus geen spijt van dat ik het toch gedaan heb. Het gaf me een beetje meer vrijheid.

Chronische ziekte zorgt voor onbegrip

Het is een cliché maar het klopt: je leert je echte vrienden kennen als het moeilijk gaat. M’n vrienden stuurden me af en toe een berichtje of kwamen eens langs. Dat deed enorm veel deugd, want ik voelde mij soms zó geïsoleerd, eenzaam en verdrietig. Je weet ook niet wat je overkomt. Iedereen zijn leven ging vooruit: ze trouwden, hadden een nieuw lief of werden zwanger. Mijn leven stond stil. Ik moest eerst aan mezelf werken om in een volgende fase van mijn leven te geraken.  

Een simpel berichtje betekende voor mij al heel veel. Ik voelde dat mijn vrienden toch aan me dachten, ook al waren zij op dat moment met heel andere dingen bezig. Je hebt natuurlijk ook mensen die onverschillig blijven of die het niet snappen dat je chronisch ziek bent. “Ben jij nu nog altijd ziek?”, vroegen ze me dan. Ik hou vooral een fijn gevoel over aan de mensen die er toen wel voor mij waren en mij bezochten in die moeilijke periode.